Niet iedereen kan spraakbesturing op je website gebruiken

De titel van deze blog kun je op twee manieren opvatten. Sommige mensen gebruiken spraakbesturing om een website te bedienen. Als deze website hier niet goed op is ingericht, kunnen zij mogelijk niet alles bedienen en hierdoor de spraakbesturing niet goed gebruiken. Tegelijkertijd zijn er ook mensen die een spraakbeperking hebben. Zij kunnen juist moeite hebben met het gebruiken van spraakbesturing, als dit vereist is op de website. Met beiden kun je rekening houden op jouw website!

Wat is spraakbesturing?

Waar hebben we het eigenlijk precies over? Met spraakbesturing kun je iets inspreken, waardoor er vervolgens een actie uitgevoerd wordt. Dit kan bijvoorbeeld een uitkomst zijn als je een lichamelijke beperking hebt, waardoor het niet mogelijk is om de muis of het toetsenbord te gebruiken. Om een beeld te krijgen, kun je dit korte filmpje bekijken waarin iemand spraakbesturing gebruikt op een Mac en iPhone.

Het programma voor de spraakbesturing kan in een apparaat zelf ingebouwd zijn, bijvoorbeeld in je laptop, telefoon of je televisie. Er bestaat ook spraakherkenningssoftware die je kunt installeren, zoals Dragon. In plaats van op een link of knop te klikken, kun je dan de naam van de link of knop inspreken zodat deze vervolgens bediend kan worden.

Niet iedereen kan spraakbesturing gebruiken

Helaas kan spraakbesturing verschillende problemen geven. We lichten een aantal situaties kort toe.

Ik spreek tekst in, maar er gebeurt niets

Als er op een website een link is met de zichtbare tekst “Contact”, dan moet iemand met spraakbesturing de tekst “Contact” in kunnen spreken om deze link te bedienen. In toegankelijkheidsonderzoeken wordt er getoetst op succescriteria uit de Web Content Accessibility Guidelines (WCAG). Er is een succescriterium dat precies hierover gaat: 2.5.3 Label in naam.

Het komt wel eens voor dat knoppen of links in de code een andere naam hebben dan de zichtbare tekst, bijvoorbeeld door het gebruik van aria-labels die de originele tekst overschrijven. Als je dan de zichtbare tekst inspreekt, lukt het niet om de knop of link te bedienen. Hier moet dus op gelet worden zodat spraakbesturing mogelijk is.

Wat heb ik nu geactiveerd?

Een andere reden waarom iemand spraakbesturing mogelijk niet goed kan gebruiken, is dat dit onbedoeld van alles kan activeren op de website. Dit kan gebeuren als er sneltoetsen van enkele tekens zijn, bijvoorbeeld de M om het geluid van een video te dempen. Het gaat echt alleen om sneltoetsen van één teken, een combinatie van toetsen zoals bijvoorbeeld Ctrl + M is geen probleem.

Als je een woord inspreekt, kunnen de aparte letters van dat woord onbedoeld commando’s zijn voor deze sneltoetsen van enkele tekens. Dit wordt gedemonstreerd in het korte filmpje Single key shortcuts affecting speech input. Voor dit probleem is ook een apart succescriterium in de WCAG: 2.1.4 Enkel teken sneltoetsen. Hier kun je rekening mee houden door niet dit soort sneltoetsen aan te maken, of ervoor te zorgen dat een gebruiker deze uit kan zetten.

Spraakbesturing met een spraakbeperking?

In de vorige situaties was spraakbesturing een manier om mensen te helpen, maar het kan ook juist een belemmering zijn voor andere mensen. Als er op jouw website een functie aanwezig is met spraakbesturing, zorg er dan voor dat er ook een alternatief is.

Denk bijvoorbeeld aan een website waar mensen een taal kunnen leren en een antwoord op een vraag moeten inspreken. Als je een spraakbeperking hebt, kun je dit mogelijk niet goed inspreken. Zorg er dus voor dat mensen het antwoord bijvoorbeeld ook kunnen typen in plaats van inspreken.

Lumos!

Het is dus van belang om jouw website zo te maken dat mensen spraakbesturing kunnen gebruiken. En als je zelf een functie met spraakbesturing aanbiedt, dat er een alternatieve manier is voor mensen die problemen hebben met spraak.

Heb je meer verlichting nodig? Zeg dan eens “Lumos” tegen Siri (tip voor de Harry Potter fans).

Gerelateerde artikelen

  • Parkinson en het belang van digitale toegankelijkheid

    Recent onderzoek uit 2023 toont aan dat het aantal mensen met Parkinson in Nederland in de afgelopen tien jaar met 30% is gestegen, met opmerkelijk meer gevallen onder jongvolwassenen, waaronder twintigers en dertigers.

    • Hulptechnologie
    • Techniek